top of page

De toekomst van werk respecteert de grens van de mens

Bijgewerkt op: 26 apr. 2022

Employee journeys, onboarding experiences, Chief Happiness Officers en werkgeluktrainingen. Organisaties doen hun uiterste best om het leven van medewerkers zo leuk mogelijk te maken.

Maar alle inzet ten spijt: onder aan de streep neemt het aantal uitgeputte medewerkers toe. Met name twintigers en dertigers treft dit werkleed. Maar liefst 21,5% van de 25-34 jarigen gaf in 2020 aan burn-outachtige klachten te hebben (bron: NEA). Terwijl ze ooit op zoek waren naar werkplezier


Wat is er aan de hand?


Ik werk dus ik ben

Vroeger was werk vooral saai. Je stond achter de lopende band of tikte eindeloos brieven uit. Tegenwoordig moet werk leuk en opwindend zijn en bepaalt het mede je identiteit. We offeren zelfs vrije tijd op om bezig te zijn met nuttige dingen voor onze loopbaan. We schrijven blogs in de avonduren, doen vrijwilligerswerk om extra werkervaring op te doen en zelfs het lopen van een marathon zetten we op ons cv.


De neoliberale zeepbel

Al tijdens de opvoeding én in het onderwijs worden kinderen gestimuleerd om een stap extra te zetten. Deze extra inzet wordt gezien als een investering in de toekomst. In een neoliberale wereld is succes namelijk maakbaar. Je werkt immers om te groeien. Toch? Deze vlieger blijkt helaas niet voor iedereen op te gaan, want we komen erachter dat de neoliberale belofte niet blijkt te kloppen. We kunnen niet alles worden als we maar in onszelf investeren. Pech en geluk spelen ook een bepalende rol. Uit de in 2021 gepubliceerde Kansenatlas blijkt dat de plek waar je wieg staat je kansen bepaalt. Ook het VPRO programma Sander en de kloof laat zien dat kansenongelijkheid groeit in Nederland. Sterker nog, het programma legt bloot dat knetterhard werken soms bar weinig oplevert.


Ontmenselijking

Dan de technologisch ontwikkelingen. Robots zouden ons werk overnemen. Toch? Nou, niet helemaal. De robot neemt steeds vaker leidinggevende taken over. Uber chauffeurs, distributiemedewerkers en maaltijdbezorgers worden aangestuurd door algoritmes. En soms zelfs ontslagen, teneinde een zo gedisciplineerd en gestandaardiseerd mogelijk personeelsbestand te kweken. Ofwel: men creëert menselijke robots. Deze mensen hebben dus werk, maar je kunt vraagtekens zetten bij de kwaliteit van dat werk.


Werk is intensiever geworden

Volgens de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) is het werk intensiever geworden. De WRR liet de werkdruk onderzoeken voor zes veelvoorkomende beroepen: leerkrachten, beveiligers, thuiszorgmedewerkers, ict’ers, vrachtwagenchauffeurs en sorteerders in distributiecentra. Wat bleek? Ze moeten sneller werken, aan hogere eisen voldoen, beter communiceren, stressbestendiger zijn en over meer mensenkennis beschikken dan een paar decennia geleden. Kortom: mensen moeten niet alleen sneller en harder werken, banen zijn ook ingewikkelder geworden. Bovendien krijgen medewerkers steeds minder vrijheid om te bepalen op welke manier ze hun werk uitvoeren: hun autonomie neemt af.


Essentieel of niet?

Daarnaast heeft de pandemie ons ook laten nadenken over werk. In maart 2020 werden onze beroepen ingedeeld in twee categorieën: essentieel en niet-essentieel. Dat riep bij veel mensen de vraag op: doe ik er eigenlijk wel toe? En met welk werk ben ik eigenlijk zo druk? Heeft het waarde voor de maatschappij of houden we vooral elkaar bezig in ons micro-universum (lees: kantoor)?

Werken voor andermans geld

Tot pakweg 1980 bestond er een redelijk stabiele relatie tussen beloning en arbeidsproductiviteit. Sinds de jaren 80 zijn bedrijfswinsten geëxplodeerd, maar werkenden zagen de groei nauwelijks terug op hun salarisstrook. Terwijl aandeelhouders, bedrijfseigenaren en topmanagers wél profiteerden van de groei. Kortom: de meeste mensen werken steeds harder voor steeds minder. Dit fenomeen heet ‘fantoomgroei’ en wordt uitgebreid ontrafeld in het gelijknamige boek van Sander Heijne en Hendrik Noten.


Het lichaam protesteert

Dat onze lichamen protesteren zegt misschien wel dat de mens de (westerse) werkcultuur en het economisch systeem helemaal niet aankan. Dat we ecologisch gezien tegen onze grenzen aanlopen en dat het dus tijd is om onze manier van werk te herzien. Het is daarom niet vreemd dat we steeds vaker naar antropologen kijken voor antwoorden. Zij proberen immers de anthropos, de mens, te begrijpen in relatie tot zijn omgeving. In zijn boek "Werk, een geschiedenis van de bezige mens" legt antropoloog James Suzman uit dat ‘arbeid’ een term uit de fysica is en dat het ‘overdracht van energie’ betekent.

Blijkbaar dragen we dus teveel energie over tijdens ons werk, waardoor de batterij te snel leegloopt.

Volgens Suzman zijn diepere behoeftes van mensen, zoals sociaal contact en zingeving op betere manieren in te vullen dan knetterhard te werken voor een bedrijf. Kortom: het concept ‘werk’ is aan een fundamentele herziening toe. Het moet mensvriendelijker worden en meer in lijn zijn met onze natuurlijke behoeften.

Pioniers geven het voorbeeld

Bestaande organisaties kun je niet een-twee-drie ombuigen, maar als werkgever kun je je wel laten inspireren door groeiende groep pioniers die zorgt voor nieuwe bewegingen en organisaties waarin verbinding, rechtvaardigheid en zingeving centraal staan. Neem bijvoorbeeld het Utrechtse I-did dat producten maakt van gerecycled vilt. Hun werknemers hebben langdurig in de bijstand gezeten en worden intensief begeleid en gecoacht. Op die manier ontwikkelen ze werknemersvaardigheden, zelfvertrouwen én leveren ze een zinvolle maatschappelijke bijdrage. Inmiddels werkt het bedrijf samen Ikea en KLM en vergroten ze hun impact.


Of kijk naar Dan Price, oprichter en CEO van de Amerikaanse betalingsverwerker Gravity Payments. Hij baarde zes jaar geleden opzien toen hij het basissalaris voor zijn 120 werknemers verhoogde naar 70.000 dollar per jaar (bijna 60.000 euro). Om dat mogelijk te maken sneed Price in zijn eigen salaris van 1 miljoen dollar. Het gevolg? De jaren daarna steeg de omzet, kregen werknemers meer kinderen, kochten ze meer huizen en losten ze hun schulden af.


Draag bij aan bestaanszekerheid

Wat hebben bovenstaande voorbeelden met elkaar gemeen? In beide gevallen levert het meer bestaanszekerheid op. Ze bieden werknemers een stevig fundament (geld, welzijn, vaardigheden en zelfvertrouwen) waarop ze verder kunnen bouwen. Misschien is de toekomst van werk niet spectaculair, maar gaat het juist terug naar de kern: op een eerlijke, gezonde en zinvolle manier geld verdienen om voor jezelf en je naasten te kunnen zorgen. Ik ben ervan overtuigd dat het werkplezier dan vanzelf komt.


Foto credit: Luis Villasmil via Unsplash

 

Tijd voor reflectie!

Stel jezelf als werkgever of leidinggevende eens de volgende vragen:

  • In hoeverre stel je medewerkers in staat hun tijd zinvol en naar eigen inzicht te besteden?

  • Ontwikkel je gerobotiseerde mensen? Of help je mensen nieuwe vaardigheden, zelfbewustzijn en zelfvertrouwen te ontwikkelen?

  • In welke mate profiteren medewerkers mee van de winst?

  • Biedt het salaris (op alle niveaus) een fundament voor bestaanszekerheid?

 

Zoek je een trendwachter of spreker die in jouw organisatie het gesprek over de toekomst van werk op gang brengt?


De lezingen en workshops van FutureMap geven een prikkelende inkijk in vroegtijdige veranderingen op het gebied van werken, leren en organisatieontwikkeling.


Check hier de mogelijkheden!



bottom of page